Inleiding
Van Jan Hoynck van Papendrecht is bekend dat hij zijn eigen koers voer. Tijdens zijn leven was hij niet herkenbaar als een artiest, omdat hij -zijn patriciërafkomst getrouw- altijd uiterst correct gekleed was. Uit overlevering weten we van hem dat Hoynck een beminnelijke en bescheiden man was.
Hoynck was vooral geboeid door de schilderachtige elementen van het militaire leven, de kleurrijke uniformen en bovenal paarden. Hem werd wel verweten dat hij zijn stijl niet wijzigde en zich niet aanpaste aan de stromingen van de schilderkunst in zijn tijd. Als we het werk van Jan Hoynck van Papendrecht vergelijken met bijvoorbeeld het werk van G.H. Breitner, die ook vele militaire taferelen heeft vereeuwigd op het schilderdoek, dan valt op dat Breitner een echte impressionist was, terwijl Hoynck , als de ware illustrator, meer lette op de details, hij vond een juiste weergave belangrijker.
Over Breitner zou Hoynck gezegd hebben: “Wat een geweldige knoeier was die man!”. Met geweldig gaf hij daarmee uitdrukking aan zijn respect voor Breitner, met knoeier bedoelde hij de afwezigheid van details (bijvoorbeeld wat betreft de uniformen) op Breitner’s werken.
Levensloop
Reeds op jeugdige leeftijd openbaarde zich bij Hoynck van Papendrecht de lust tot tekenen. Hij had dit van geen vreemde. Ook zijn vader, John Cornelis Hoynck van Papendrecht, was een verdienstelijk beoefenaar van de teken- en schilderkunst.
Nadat Hoynck van Papendrecht de Handelsschool in Amsterdam met goed gevolg had afgesloten, schreef hij zich, op aandringen van Charles Rochussen (de nestor van de Nederlandse schilderkunst uit die dagen en bevriend met zijn vader) in voor de wintercursus van de gerenommeerde Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. Na twee jaar in Antwerpen te zijn geweest verbleef Hoynck van Papendrecht vervolgens vier jaar in München om zijn studie voort te zetten.
In 1884 keerde Hoynck van Papendrecht terug naar Amsterdam. In 1889 trad hij in het huwelijk met de domineesdochter Johanna Philippa van Gorkom. Na drie jaar in Amsterdam te hebben gewoond vertrok het jonge stel naar Nieuwe Amstel (Amstelveen). In 1894 vertrokken zij naar Rheden bij Arnhem waar zij tot 1902 bleven. De laatste woonplaats was Den Haag, waar Hoynck van Papendrecht tot zijn dood zou blijven wonen. Hiernaast een afbeelding van zijn woning aan de 2e Van den Boschstraat 28. Helaas is dit statige huis door een bombardement in WO ll verloren gegaan.
Zijn werk
Het totale werk van Jan Hoynck van Papendrecht is indrukwekkend van omvang. Rode draad hierin is zijn werk als illustrator en tekenaar. Reeds tijdens zijn studietijd in München werd hij medewerker van het Engelse geïllustreerde weekblad “The Graphic”. Ook in Nederland werd de jonge Hoynck van Papendrecht bekend als illustrator. In 1885 verschenen in het geïllustreerde volkstijdschrift “Eigen Haard” zijn tekeningen. In 1890 trad Hoynck van Papendrecht toe tot de redactie van Elsevier’s geïllustreerde tijdschrift. Zijn roem als illustrator werd definitief gevestigd door zijn bijdrage aan een serie boekwerken waarin in 1893 de geschiedenis van het Korps Rijdende Artillerie (de “gele rijders”) werd opgetekend.
Behalve een zeer begaafd illustrator was Hoynck van Papendrecht een meester in het aquarelleren. Vele honderden aquarellen staan op zijn naam. Ook heeft Hoynck van Papendrecht historische schoolplaten vervaardigd voor uitgeverij Wolters in Groningen. In 1884 nam hij, toen 26 jaar oud, voor het eerst deel aan de “Tentoonstelling van levende meesters” in Amsterdam. Gedurende zijn leven oogstte Hoynck van Papendrecht in binnen- en buitenland roem. Voorbeelden hiervan zijn:
▪ 1985 Willink van Collenprijs.
▪ 1904 bronzen medaille inzending wereldtentoonstelling in St. Louis in de Verenigde Staten.
▪ 1906 de medaille in zilver Voor Kunst en Wetenschap van de Huisorde van Oranje.
▪ 1907 zilveren medaille 5e nationale kunsttentoonstelling.
▪ 1907 eervolle vermelding op de “Salon de Paris”.
▪ tot slot een gouden medaille in München in 1909.
Hoynck van Papendrecht werd op zijn zeventigste verjaardag koninklijk onderscheiden (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau). Hoynck van Papendrecht was lid van Arti et Amicitiae en van Pulchri Studio.
Zijn laatste (en onvoltooide) werk.
Hier zien we een afbeelding van het laatste schilderij waaraan Jan Hoynck van Papendrecht heeft gewerkt. Dit schilderij werd aangetroffen op zijn schildersezel aan de 2e Van den Boschstraat 28 te Den Haag na zijn overlijden op 11 december 1933. Dit schilderij is door mw. J.P. Hoynck van Papendrecht – van Gorkom als herinnering aan haar echtgenoot geschonken aan de huishoudelijke hulp van het echtpaar, ene Jaantje.
Bij dit schilderij hoort een handgeschreven verklaring met de tekst: ” Dit is het laast werkje van Mijnheer Hooijen van Paapendrecht Jaantje” .
Jan Hoynck van Papendrecht overleed op 75-jarige leeftijd in Den Haag. Hij was op dat moment woonachtig in de 2e Van den Boschstraat 28.
Onderstaande advertentie werd geplaatst in het Algemeen Handelsblad van 12 december 1933.
Verkooptentoonstelling
Vijf jaar na het overlijden van Jan Hoynck van Papendrecht , in 1938, vond er in Pulchri Studio in Den Haag een verkooptentoonstelling plaats van werken van Jan HvP. Deze tentoonstelling werd georganiseerd door het Genootschap Militaire traditie en Uniformkunde. Aangeboden werden werken in het bezit van de weduwe mevrouw Hoynck van Papendrecht-Van Oorkom. De weduwe wenste dat de werken van haar overleden man in ruime mate verspreid in goede handen kwam.
Het werkje hiernaast, een tamboer marinier werd destijds op deze tentoonstelling aangekocht voor fl. 25,-.
Militaire schilderwerken
Hoynck van Papendrecht is vooral bekend geworden als schilder van het militaire leven, dat in die jaren vele malen kleurrijker was dan nu het geval is. Reeds op jonge leeftijd werd hij aangetrokken door militaire taferelen. Tot ver in de 19e eeuw speelde het idee van patriottisme en heldendom een grote rol in Nederlandse militaire schilderstukken. Rond 1875 nam in de verbeelding van de kunst het alledaagse soldatenleven de plaats in van geromantiseerde en heroïsche strijdtonelen als de Slag bij Waterloo (1815) en de Belgische Opstand (1830-1831). Toonaangevende schilders van deze vernieuwende richting in de vaderlandse schilderkunst waren de jonge schilders Isaac Israëls, George Hendrik Breitner, maar vooral Hoynck van Papendrecht. Hij en zijn leermeester Charles Rochussen werkten op hun beurt samen met de officieren Willem Constantijn Staring en Nicolaas van Es aan realistische illustraties voor nieuwsbladen als Elsevier en Eigen Haard, waardoor het militaire genre bekendheid krijgt bij een groot publiek.
Oog voor detail
Naast het militaire leven had ook het landschap de belangstelling van Hoynck van Papendrecht en was hij tevens een verdienstelijk portretschilder. Omdat Hoynck van Papendrecht uitermate zorgvuldig was in het weergeven van zijn onderwerpen en oog had voor detail, gelden zijn werken als een historische bron. Het staat vast dat elk onderdeel van de uitrusting van bijvoorbeeld een soldaat tot in detail juist werd weergegeven. In 1900 verscheen in twee delen het bekende boekwerk “De Uniformen van de Nederlandsche Zee- en Landmacht, hier te lande en in de koloniën”. Naast Hoynck van Papendrecht hebben W.C. Staring en Justus Pieter de Veer deze boekwerken van illustraties voorzien; de tekst werd verzorgd door F.J.G. Ten Raa.
Klik hier om terug te keren naar de beginpagina.